Reeds op jonge leeftijd was Zappa zeer geïnteresseerd in
moderne muziek en was duidelijk dat hij er een onconventionele kijk op had. In
1963, twee jaar voor de dood van zijn idool Edgar Varèse (Varèse, lees mijn vorige blog:
/Edgar Varèse - goniometrisch luisteren/) trad de 23 jarige Zappa op in The Steve Allen Show als uitvoerend musicus met twee fietsen als klankbronnen:
SA: "How long have
you playing bike, Frank?"
FZ: "About two
weeks"
SA: "What do you do ordinarily,
besides that?"
FZ: "I am a composer"
Zappa is nooit vies geweest van publiciteit, vandaar
waarschijnlijk ook dit ludieke optreden, maar tegelijkertijd nam hij zijn
muziek wel degelijk zeer serieus. En je moet
toch ook wel moed en vertrouwen in je eigen compositorische ideeën hebben om
jezelf voor gek te zetten in een goed bekeken televisieshow. En daarom is dit YouTube
fragment
(
Steve Allen show, Frank Zappa Playing music on a Bicycle 1963)
ook leuk. Niet alleen vanwege de geestige opmerkingen van de gastheer ten koste
van de gast, maar om te zien dat Zappa klank zeer serieus nam!
Een introductie
Frank
Zappa (1940-1993) was een zeer getalenteerd gitarist en componist/bandleider
met een enorme productiviteit: 62 lp's/cd's vanaf 1966 tot aan zijn dood in
1993. Kom daar maar eens aan bij de gemiddelde popband! En uit de postume Zappa
Vault (angstvallig commercieel bewaakt door de Zappa familie) zijn tot heden nog een kleine 40 extra
exemplaren geperst. Dit laatste dat kan nog wel een kleine honderd jaar
doorgaan en zal uit commerciële (lees artistieke) overwegingen ook zeker
gebeuren.
Zappa heeft nooit 'makkelijke' of 'toegankelijke' popmuziek gemaakt,
en hij bekleedt binnen de popmuziek onder meer daarom een cultstatus. Die cultstatus
slaat denk ik meer op de fans dan op de muziek zelf: de fans kunnen namelijk
naar 'moeilijke popmuziek' luisteren en daar zijn ze trots op. Zappa zelf had
deze observatie kunnen maken in zijn kenmerkend lijzige dictie niet gespeend van enige ironie: "Yes
folks, thats right! My fans can listen to dif-fi-cult music."
(O ja, dan heb je ook nog een schismaatje tussen de
liefhebbers van de 'oude Zappa' (meestal vrij slechte opnames uit de begintijd)
en de nieuwe Zappa (vanaf ongeveer eind jaren 70) met al veel betere
opnametechniek. De met name Serieuze-'Oude'-Zappa-Fan is een affectionado die Zijn
muziek Zeer Serieus neemt en mijn kenschets dan ook niet zal waarderen zal. Wat
mij betreft valt dat in dezelfde dogmatische categorie als mensen die Bach tot
God bestempelen. Maar nu ben ik in enkele zinnen beland in de subcultuur die
om muziek heen hangt in plaats over de muziek zelf te schrijven.)
De output van Zappa is dus een flink oeuvre van voornamelijk
muziek door zijn eigen band gespeeld.
Het
merendeel van zijn muziek valt onder de categorie 'pop' (incluis veel
instrumentale nummers (en een aantal cd's) met zijn zeer herkenbare
gitaarsolo's) maar de 5 of 10 procent klassieke werken worden steeds meer op
waarde geschat op de klassieke concertpodia.
Popmuziek op het
technisch niveau van klassieke muziek
In mijn oren is Zappa
een klassiek componist die een popgroep gebruikte om zijn muziek uit te voeren.
Zijn popmuziek was weliswaar zoals de meeste popmuziek eenvoudig van opbouw:
een aantal coupletjes onderbroken door een refrein en eventueel wat tussenstukjes
en tekstueel waren deze nummer mijns inziens weliswaar origineel (Zappa had een
eigen kijk op de wereld) maar niet origineler dan de late Beatles of de Bonzo
Dog Band of De Raggende Manne.
Nee, het bijzondere
van zijn muziek was dat het alleen door goed onderlegde musici kon worden
gespeeld: het was 'moeilijk' uitvoerbare muziek. Op de basismetriek van de pop
lagen vaak zeer complexe 'rifjes' en 'licks' (melodische motieven) die delen
van de maat in 7 deelden, in 9, 11 of 13 of een combinatie daarvan: Zappa deed
niet daarin niet onder voor Stockhausen of Boulez, en hiermee introduceerde hij
in de pop melodieën die normaal gesproken alleen in de modern klassieke muziek klonken.
En dat moesten zijn musici allemaal live kunnen spelen (zeer
veel van Zappa's muziek zijn live opnames). Binnen de pop is ook dat uniek:
popbands spelen over het algemeen een zeer beperkt repertoire (de eigen nummers)
in tegenstelling tot jazz musici en klassieke musici die vrijwel alles kunnen
spelen (eventueel op eerste gezicht).
Wat ook bijzonder was: Zappa verwachte van zijn musici dat
ze een nummer in verschillende stijlen konden spelen: rock, reggae, ballad et cetera. Live on stage besliste de
meester op het laatste moment welke versie hij wilde spelen. Hiermee
introduceerde hij een technisch niveau binnen de popmuziek dat tot dan toe was
voorbehouden tot klassieke ensembles.
Zappa heeft popmuziek en klassieke muziek daadwerkelijk
verenigd. Hij was componist en - letterlijk - de dirigent van zijn eigen muziek. Van het begin af aan waren zijn bandleden technisch zeer bedreven
musici die de moeilijkste passages konden spelen. Zappa schreef zelfs zijn
popmuziek op in notenschrift. En als een muzikant een verkeerd nootje speelde
tijdens een repetitie of optreden (Zappa trad eindeloos veel op) dan hing hij of zij,
want Zappa's gehoor was onverbiddelijk en hoorde precies wat afweek van de muziek
in zijn verbeelding.
Zappa haalde de popmuziek uit zijn eenvoudigheid en tilde
het naar klassiek niveau (bands als Yes en Led Zeppelin deden dat toch echt
niet met hun gekunstelde structuurtjes): Zappa en zijn band stonden boven de
technische status quo van de pop: het waren klassieke musici die toevallig een popinstrumentarium
gebruikten en optraden buiten de gevestigde klassieke concertpodia.
De link naar Varèse
Persoonlijk luister ik graag en regelmatig naar Zappa's unieke gitaarsolo's. En daar ligt voor mij de link naar Varèse.
Over de invloed van Varèse op Zappa is veel geschreven en er
is ook veel op het internet geplaatst, een leuk bijeffect van de enthousiaste
Zappa fans: alles wat Zappa mooi vond, vinden zij nu ook mooi. Echter, als je Varèse kent en Zappa kent zul je Varèse's
muziek niet makkelijk in Zappa's muziek herkennen. Althans: ik hoor het
nauwelijks: soms in parallelle melodische motieven, maar daar was Varèse niet
uniek in...
Een heel goed aanknopingspunt echter om Varèse's invloed te begrijpen
is het volgende citaat uit Zappa's autobiografie (
The Real Frank Zappa Book):
"In my
compositions, I employ a system of weights, balances, measured tensions and
releases – in some ways similar to Varèse's
aesthetic. The similarities are best illustrated by comparison to a Calder
mobile: a multicolored whatchamacallit, dangling in space, that has big blobs
of metal connected to pieces of wire, balanced ingeniously against little metal
dingleberries on the other end. Varèse knew Calder, and was fascinated by these
creations."
Ik kan me een interview herinneren waarin Zappa zegt dat hij
'in elkaar schuivende driehoeken voor zich zag als hij een gitaarsolo speelde.
Als je een gitaarsolo van Zappa beluistert, kun je je daar iets bij
voorstellen. Gooi eerst elk idee van gitaarsolo overboord: Zappa speelde geen clichématige
solos van gemiddeld top-40 niveau, maar ingewikkelde geconstrueerde melodieën
die vele malen beluistering nodig hadden om de structuur te herkennen. Ja, de
structuur is er wel (zonder structuur geen melodie (of muziek) ten slotte) maar
die geeft zich niet zomaar prijs.
De invloed van Varèse zat hem dus weer in het revolutionaire
idee van georganiseerde klank. Dus niet de eeuwige blokkendoos organisatie van coupletje-coupletje-refreintje-coupletje-refreinthe-refreintje-slot
(99% van de popmuziek), maar een architectonische opbouw of een wiskundige
constructie. De geniale gitaarsolo's van Zappa weerspiegelen het genie van Varèse.
Maarten Regtien
muziekvoorbeelden:
- Gitaarsolo's
- 'Klassiek':
- Pop
Volgende
blog: de groep die Zappa 'beter dan de Beatles' vond.